RAAcK


RAAcK – KINDEREN MET ASTMA PROFITEREN VAN NIEUWE RAAcK

Door: Ad den Held
Het Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald, het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en het UMC St Radboud hebben hun krachten gebundeld in een nieuw Regionaal Astma- en Allergiecentrum voor Kinderen (RAAcK). Dankzij deze unieke samenwerking is de zorg en begeleiding voor kinderen met astma en/of allergie in de regio Nijmegen opmerkelijk verbeterd.

‘Door bundeling van kennis kinderen ‘n betere kwaliteit van leven geven, dat is de insteek van RAACK’
Zowel het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ), het UMC St Radboud als het Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald (UCCZ) hebben elk hun eigen kennis en ervaring in de behandeling van kinderen met astma en/of allergie. En door hun krachten te bundelen binnen het nieuwe Regionaal Astma- en Allergiecentrum voor Kinderen RAAcK is er voor deze jonge patiëntengroep voortaan een totaalpakket aan zorg en begeleiding beschikbaar. Belangrijkste voordelen van deze samenwerking voor de patiënten en hun ouders/verzorgers: minder lange wachttijden voor polikliniekbezoek (want RAAcK bekijkt per patiëntje waar er plaats is) én meteen naar de juiste specialist.

Zo worden kinderen met voedselallergie en astma bij voorkeur in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis gezien. Kinderen met astma of astma in combinatie met psychosociale problemen gaan bij voorkeur naar Dekkerswald. Kinderen met astma en/of allergie met nog een tweede ziekte komen voor behandeling en zorg vooral in het UMC St Radboud terecht. Volgens de vijf betrokken kinderlongartsen is dit samenwerkingsverband binnen RAAcK uniek voor Nederland. Kinderlongarts dr. Peter Merkus (UMC St Radboud): ‘Alle patiënten en overige betrokkenen hebben er voordeel bij en ook de eerste reacties van de Nijmeegse huisartsen zijn ronduit positief.’

U kunt op onderstaande regels klikken voor meer informatie.

Kindvriendelijk en vertrouwd
Woensdagmiddag 14.00 uur, Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald, Ingang C. Enthousiast rent Finn Rutten (5) de jongerenpoli binnen. Pas voor de tweede keer, maar het lijkt of hij er kind aan huis is. Feilloos weet hij de speciale kinderwachtkamer te vinden. En terwijl zijn moeder Suzanne zich meldt bij de balie, heeft Finn de afstandsbediening van de spelletjes-pc al te pakken.

‘De benadering hier is kindgericht, vanaf de balie tot aan de arts en weer terug’, had kinderlongarts Cindy Hugen eerder al gezegd. ‘Je kunt hier snel terecht, spreekuren lopen niet uit, een patiënt hoeft hier nooit overdreven lang te wachten. We vormen een hecht team, de patiënten zien altijd dezelfde mensen, dat is vertrouwd. Aan de balie zit Evelien of Jolanda en patiënten die bellen weten: Mijn telefoontje komt bij de dokter terecht en die gaat mij straks terugbellen. Dat gebeurt dan ook. Allemaal voordelen van onze kleinschaligheid en de juiste teamspirit.’

De vijfjarige Finn had last van benauwdheid, vertelt zijn moeder. Bovendien sliep hij slecht, dus stuurde de huisarts hem uiteindelijk door naar RAAcK. En zo kwam Finn vorige maand voor het eerst op Dekkerswald terecht, waar hij door kinderlongarts Cindy Hugen werd gezien. Zij schreef hem een ‘pufje’ voor tegen zijn astma en nu maar eens kijken hoe het sindsdien met zijn benauwdheidsklachten gaat.

Naar de blaastest
Samen met zijn moeder loopt Finn nu naar de longfunctieafdeling, waar longfunctie-assistente Annelies Versteegen al klaarzit om hem op te vangen. Lengte en gewicht van Finn worden vastgesteld en vervolgens ingevoerd in het apparaat dat zijn flow-volume curve moet registreren: het gemak waarmee hij zo hard mogelijk en zo lang mogelijk kan uitblazen. Dat is een belangrijke indicatie voor hoe het is gesteld met de conditie van zijn longen. ‘Blazen! Blazen! Blazen!’, moedigt Annelies haar kleine patiënt aan. Deze meting neemt ongeveer een kwartier in beslag en het resultaat stuurt Annelies meteen naar de computers van kinderlongarts Cindy Hugen en verpleegkundig specialist kinderlongziekten Coosje Sintnicolaas. Zodat zij het resultaat later op de middag al met Finn en zijn moeder kunnen bespreken. Maar eerst staat nog een bezoekje aan de gymzaal op het programma, waar fysiotherapeute Hilde Nouws zal bekijken of Finn met zijn benauwdheidsklachten zonder problemen kan gaan voetballen, een vurige wens van hem.

‘Op Dekkerswald bieden wij de extra mogelijkheid om in zo’n geval een fysiotherapeut in te schakelen’, licht kinderlongarts Hugen toe. Deze fysiotherapeut kan in voorkomende gevallen ook ademhalingsoefeningen geven. Een ander ‘extra’ van de RAAcK-locatie Dekkerswald is de beschikbaarheid van een psycholoog. Deze psycholoog kan bijvoorbeeld in beeld komen bij jonge astmapatiënten die kampen met hyperventilatieklachten, faalangst of andere bijkomende, psychische problemen. Serieuze psychosociale problemen (angst, somberheid, onzekerheid) komen namelijk bij kinderen met astma ruim driemaal zo vaak voor als bij gezonde kinderen.

Voetballen in de gymzaal
Fysiotherapeut Hilde Nouws wordt vaak door de kinderlongarts gevraagd om te kijken naar bepaalde inspanningsklachten die, ondanks een goede instelling van de medicatie, toch nog blijven ontstaan. ‘Kinderen die lange tijd benauwd zijn geweest,’ legt de fysiotherapeut uit, ‘blijven vaak helemaal in het beeld hangen dat zij normale inspanning als benauwdheid gaan ervaren. Dan is het natuurlijk zaak om daar goed naar te kijken en zonodig meer uitleg over te geven. Soms krijgen die kinderen dan ademhalingsoefeningen mee naar huis. Maar het is even goed mogelijk, dat zij naast hun ‘gewone’ astma ook inspanningsastma hebben. En in dat geval koppel ik terug met de kinderlongarts om te kijken of de medicatie tijdens inspanning misschien moet worden aangepast.’

Finn heeft thuis aangegeven dat hij graag op voetballen wil. Daarom observeert Hilde Nouws hem tijdens een partijtje voetboel in de gymzaal van Dekkerswald. ‘Waar ik vooral op let is op ademdisregulatie.’ Na een speelse warming-up (‘Altijd heel belangrijk bij astma.’) wordt er over en weer gevoetbald. Samen met Hilde trekt Finn ook korte wedstrijdsprintjes door de gymzaal en na afloop is er het verlossende woord: ‘Finn krijgt groen licht voor voetbal.’

Astmadiagnose nog niet helder
Laatste onderdeel van Finns bezoek aan Dekkerswald is het afsluitende gesprek met verpleegkundig specialist kinderlongziekten Coosje Sintnicolaas. Zij informeert eerst bij Finns moeder hoe het op dit moment staat met zijn benauwdheidsklachten. Hij slaapt weliswaar iets beter sinds hij dagelijks z’n ‘pufjes’ gebruikt, maar verder omschrijft zij zijn vooruitgang als ‘minimaal’. Tijd nu voor het lichamelijk onderzoek. Coosje Sintnicolaas beluistert met een stethoscoop Finns longen en Finn doet met zichtbaar plezier hetzelfde, met een kleurige speelgoedstethoscoop die hij van Coosje krijgt.
Resultaat van deze ‘kindermiddag’ van Finn op Dekkerswald:
de behandeling wordt voorlopig nog niet aangepast. De verpleegkundig specialist wil liever eerst nog even het effect afwachten van de Ventolin (‘pufjes’), waar Finn pas een maand geleden mee is gestart. ‘We zijn er nog niet helemaal uit. De astmadiagnose moet eerst duidelijker bevestigd worden. De recidiverende luchtweginfecties waar hij last van heeft, kunnen even goed te maken hebben met zijn amandelen, zijn gevoeligheid op kno-gebied. Dus het lijkt mij verstandig om eerst de bevindingen van de kno-arts af te wachten en over drie maanden hier weer terug te komen. Want je moet altijd oppassen dat je bij zo’n jong kind, want Finn is pas vijf, niet te snel zegt: het is astma.’ En Finn? Die kan zich prima in deze beslissing vinden, want één ding is deze middag in ieder geval al zeker geworden: hij mag op voetbal!
Kinderlongarts dr. Peter Gerrits (CWZ): ‘Meerwaarde zit ‘m in die onderverdeling
Kinderlongarts dr. Peter Gerrits van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis is bijzonder enthousiast over de samenwerking met het UMC St Radboud en het ‘Dekkerswald’.

‘Want door deze bundeling van kennis en expertise kunnen wij onze jonge astma- en allergiepatiënten nu een nóg betere kwaliteit van zorg bieden.

Op zich is het al bijzonder dat een regionaal ziekenhuis als het Canisius-Wilhelmina zelf twee kinderlongartsen heeft; mijn collega Marianne Brouwer en ik. Ik denk dat dat voor Nederlandse begrippen een unieke situatie is. Maar helemáál bijzonder is, dat wij in Nijmegen met vijf kinderlongartsen in één stad zitten, en dat we nu structureel samenwerken. Geen enkele Nederlandse universitaire kliniek komt aan zo’n aantal.’

Als duidelijke meerwaarde van de nieuwe samenwerking binnen RAAcK noemt Gerrits vooral de onderverdeling-naar-expertise. ‘Zo doen wij in het CWZ voedingsallergie en ‘gewone’ astma, ‘Dekkerswald’ astma, al dan niet in combinatie met psychosociale problemen, terwijl het UMC zich beperkt tot astma, in combinatie met andere aandoeningen.’

Daarnaast ziet de kinderlongarts ook nog een bijkomend voordeel van de samenwerking: met behulp van het enorme patiëntenbestand van het CWZ kan ook het wetenschappelijk onderwijs en het onderzoek op het gebied van astma en allergie een extra impuls krijgen.’

Overigens wil Gerrits graag kwijt dat de Nijmeegse kinderlongartsen ook voor de start van RAAcK al prima met elkaar samenwerkten. ‘We zien elkaar al geruime tijd wekelijks voor intervisie, schrijven gemeenschappelijke protocollen en leiden samen met het UMC St Radboud ook assistenten kindergeneeskunde op. Kortom, we waarderen elkaars kwaliteiten en hebben ook vertrouwen in elkaar. Dat is altijd al de basis geweest voor een prima onderlinge samenwerking.’

Team van RAAcK telt elf ervaren professionals
Het nieuwe Regionaal Astma- en Allergiecentrum voor Kinderen (RAAcK) levert geprotocolleerde zorg waar het kan en zorg op maat waar het moet. Daartoe bestaat het speciale ‘kinderteam’ van RAAcK uit maar liefst elf ervaren professionals. Om precies te zijn: vijf kinderlongartsen, een verpleegkundig specialist kinderlongziekten, twee longverpleegkundigen, een fysiotherapeut, een diëtiste en een orthopedagoog/psycholoog. Daarnaast kan zonodig nog een beroep worden gedaan op een allergoloog en een kinderdermatoloog.

Bron: Radbode 9, 2010